Leraar 3.0?

Via Twitter kwam ik een artikel tegen waarin ‘leraar 3.0’ beschreven wordt. Is leraar 3.0 eigenlijk wel een nieuwe versie? Of vragen we nog steeds hetzelfde van onze leraren als vroeger? En wat is dat dan precies?Dit is de Tweet die mij nieuwsgierig maakte: 

Screen Shot 2014-02-05 at 11.21.39De link verwijst naar een artikel op het weblog van Naomi Mertens. Naomi schrijft over Edna Sackson, iemand die zij zou willen voordragen als ‘leraar 3.0’.

Een leraar 3.0 wordt (vrij vertaald) omschreven als iemand die zelf blijft leren, die gebruik maakt van moderne technologieën in de zoektocht naar nieuwe kennis, die nieuwsgierig is, het eigen netwerk uitbreidt en raadpleegt, die weet wat er in de huidige samenleving van mensen wordt verwacht en kijkt naar wat er in de toekomst verwacht zal worden.

In het artikel van Naomi vraagt zij zich af: “zijn we (leraar) 2.0 al voorbij?” Toen ik dit las moest ik denken aan een uitspraak die ik kort geleden had gehoord van een docent: “Om goed les te kunnen geven moet ik boven de stof staan”. Deze docent bedoelde toen andere competenties dan die genoemd worden bij leraar 3.0. Maar wat zou er gebeuren als je deze uitspraak koppelt aan de vaardigheden voor leraar 3.0?

We verwachten van leraren dat ze onze kinderen zo opleiden dat zij als volwassen goed kunnen functioneren in de samenleving. Het onderwijs legt de basis voor de algemene ontwikkeling van jongeren, zij leren vaardigheden en doen kennis op waarmee zij worden voorbereid op een zelfstandig functioneren.

Voor het overbrengen van deze kennis is het prettig wanneer je als docent “boven de stof staat”. Dit biedt houvast om de lesstof op een andere manier te benaderen of uit te leggen, of om dieper op een bepaald onderdeel in te gaan. Maar ook voor het aanleren van vaardigheden is het belangrijk dat je deze als docent zélf beheerst. Je kunt een kind niet leren hoe het zijn veters moet strikken wanneer je dit zelf niet kunt.

De veranderingen die ertoe hebben geleid dat er wordt gesproken over een overgang van leraar 2.0 naar leraar 3.0 hebben niet zo zeer te maken met onze verwachtingen van de leraren, maar juist met de veranderende vaardigheden die zij hun leerlingen moeten bijbrengen. Waar ik vroeger met school naar de bibliotheek ging om te leren hoe ik een boek kon zoeken, is een leerling nu meer gebaat bij een les over het gebruiken van zoekmachines als Google.

De eigenschappen die genoemd worden bij leraar 3.0 hangen samen met de vaardigheden die steeds belangrijker worden in onze huidige maatschappij. De snelle ontwikkelingen op het gebied van ICT in de afgelopen decennia hebben geleid tot de behoefte aan vaardigheden om hier mee om te gaan en om er een weg in te vinden. Dit zijn veelal vaardigheden die een aantal decennia geleden nog niet werden aangeleerd.

Docenten die hun leerlingen willen opleiden tot zelfstandige volwassenen zullen, net als vroeger, “boven de stof” moeten gaan staan. Dit betekent dat zij, naast hun inhoudelijke kennis, ook vaardig moeten zijn of worden in het gebruik van moderne technologieën.

Iemand die de inhoudelijke kennis, didactische competenties en vaardigheid in het gebruik van moderne technologieën weet te combineren heeft in mijn ogen de juiste mix te pakken voor een leraar (ongeacht welke versie).