Kennis van Mediawijsheid

Het was gisteren feest in het gebouw van Beeld en Geluid: de eerste verjaardag van de Wetenschappelijke Raad van Netwerk Mediawijsheid werd gevierd. Ter gelegenheid van deze eerste verjaardag was er een afwisselend programma samengesteld met een interessante spreker, een paneldiscussie en ronde tafelsessies. Het weerzien met veel van mijn IVLP-reisgenoten zorgde bij mij voor een extra feestelijk gevoel.

De middag begon met een welkomstwoord door de prof. dr. Jeroen Jansz (Erasmus Universiteit), voorzitter van de Wetenschappelijke Raad Netwerk Mediawijsheid. Deze raad is een jaar geleden opgericht met als doel om het Netwerk Mediawijsheid te ondersteunen op het gebied van kennis en onderzoek. Op de eerste verjaardag van de raad was het daarom tijd om zowel terug als vooruit te kijken. Later op de middag werd genoemd dat er een grid is gemaakt waarin 80 onderzoeken zijn opgenomen, om zo te verkennen op welke gebieden aanvullend onderzoek nodig is. Later eens uitzoeken of ik iemand ken die me meer kan vertellen over dat grid..

Het spits werd afgebeten door prof. dr. Ellen Helsper met een hele interessante presentatie over sociale ongelijkheid en digitale vaardigheid.
Ze begint met een omschrijving van het begrip digitale geletterdheid:

De kans en vaardigheid om digitale media te gebruiken (of te beslissen ze niet te gebruiken) op manieren die iemand toestaan om daar voordelen uit te halen in het dagelijks leven en negatieve uitkomsten te vermijden nu en in de toekomst. Helsper, 2018

Ik vind dit een mooie, rijke definitie van het begrip. In deze omschrijving komt naar voren dat er bij het beoordelen van digitale geletterdheid niet alleen moet worden gekeken naar het gebruik van digitale middelen, maar misschien juist wel meer naar in hoeverre iemand in staat is om door dat gebruik gewenste uitkomsten te krijgen (of ongewenste uitkomsten te vermijden). Ellen Helsper geeft daarbij aan dat “soft skills” (die eigenlijk moeilijker te leren zijn dan “hard skills”) een belangrijke rol spelen wanneer het gaat om het vertalen van gebruik naar uitkomsten.
Aan de hand van een aantal van haar onderzoeken (over bijvoorbeeld de relatie tussen digitale vaardigheid en emotionele problemen bij het verkrijgen van negatieve welzijnsuitkomsten en de relatie tussen sociaal-economische achtergrond en de beschikbare/gebruikte hulplijnen) bespreekt zij hoe ongelijkheid tot uiting komt in een digitale samenleving.

Wat ik meeneem uit deze keynote is dat er veel meer factoren van belangrijk zijn (zoals toegang, attitude, interpersoonlijke vaardigheden) dan alleen (het gebrek aan) technische vaardigheid, om ervoor te zorgen dat iemand succesvol kan participeren in een digitale samenleving. Dat juist ook aandacht voor de “soft skills” (emotionele vaardigheden, persoonlijke vaardigheden, sociale vaardigheden) toegevoegde waarde heeft wanneer je met het ontwikkelen van digitale geletterdheid aan de slag gaat.
Tussen neus en lippen door maakte zij overigens nog een opmerking over Christan Kromme, die schijnt te zeggen dat sociale vaardigheden de meest belangrijke vaardigheden zijn voor de toekomst. Dat vind ik een interessante gedachte, dus daar ga ik nog eens op doorzoeken.

Na de lezing van Ellen Helsper mag zij gelijk weer plaatsnemen als één van de leden in de paneldiscussie over ouderen in digitaal Nederland. Ook Corina Gielbert (directeur Nationaal Ouderenfonds) en Bert Emons (vrijwilliger seniorenweb) zitten in het panel waarbij het gesprek geleid wordt door prof. dr. Mark Deuze (Hoogleraar Media Studies aan de UvA). Zij hebben het met elkaar over jongere ouderen, oudere ouderen en toekomstige ouderen. Problemen in al deze groepen ontstaan doordat zij op digitaal vlak niet kunnen, niet weten, én niet weten waar zij het moeten zoeken. Ook hier wordt genoemd hoe belangrijk het is om de sociale context van deze doelgroepen mee te nemen in het werken aan een oplossing.
Ellen benoemt nog iets (uit onderzoek van prof. dr. ir Alexander van Deursen, UT) dat ik ook wel denk te zien bij het verzorgen van docententrainingen: als je de technische vaardigheden onder de knie hebt, dan hebben ouderen profijt van hun levenservaring bij het omzetten van gebruik van digitale middelen naar positieve uitkomsten.

Als laatste activiteit werd er aan 8 tafels een gesprek geleid door een aantal leden van de Wetenschappelijke Raad of promovendi over verschillende onderwerpen op het gebied van digitale geletterdheid. Bij mij aan tafel ging het over de vraag: “hoe bereiken we kwetsbare groepen, en hoe motiveren we hen om ook langere tijd betrokken te blijven?” De vraag deed me denken aan Y.O.U., een organisatie die in Kalamazoo (VS) hulp biedt aan kwetsbare groepen ten behoeve van hun scholing of carrière. Aan tafel werd ook het belang van aandacht, signalering, self-efficacy en vorm van begeleiding besproken, geheel in lijn met het voorgaande programma.

Na deze gesprekken rondde Eppo van Nispen tot Sevenaer (directeur van Beeld en Geluid) de middag af en kondigde hij aan dat we verder konden praten tijdens de nieuwjaarsborrel. Daar kwam ook De Speld Live nog langs en konden wij zelf kiezen welk geluid we wilden horen van The Red Piano Show.